In 2025 verandert de aanpak van excessief lenen bij de eigen BV aanzienlijk voor directeur-grootaandeelhouders (DGA’s), aangezien het bedrag boven €500.000 (peildatum 31 december 2024) nu als inkomen uit aanmerkelijk belang wordt belast, waar dit eerder €700.000 was. Deze pagina duikt dieper in de precieze regels, de fiscale gevolgen voor DGA en BV, en biedt praktisch advies om uw leningen tijdig te herstructureren en onverwachte heffingen te voorkomen.
In 2025 betekent excessief lenen van de eigen BV dat een directeur-grootaandeelhouder (DGA) en diens fiscale partner gezamenlijk een schuld hebben bij hun besloten vennootschap die per 31 december van dat jaar het vastgestelde drempelbedrag overschrijdt. Sinds de aanpassing van de Wet excessief lenen is dit drempelbedrag verlaagd van €700.000 naar €500.000, met 31 december 2024 als de eerste peildatum voor de nieuwe grens. Het bedrag van de lening dat boven deze €500.000 uitkomt, wordt fiscaal behandeld als een fictief regulier voordeel en belast als inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2) tegen het geldende tarief, wat de aantrekkelijkheid van dergelijke grote leningen vermindert en belastinguitstel tegengaat. Een belangrijke uitzondering op deze regel zijn leningen die dienen voor de financiering van de eigen woning, mits hiervoor een hypothecair recht is gevestigd ten gunste van de BV.
Voor excessief lenen in 2025 is de belangrijkste nieuwe regel dat de drempel voor wat als overmatige lening wordt gezien, is vastgesteld op €500.000 per de peildatum van 31 december 2024, een verlaging ten opzichte van de eerdere €700.000. De Wet excessief lenen heeft een verwachte preventieve werking, bedoeld om directeur-grootaandeelhouders (DGA’s) te stimuleren hun schulden onder dit maximumbedrag te houden en zo onnodige belastingheffingen te voorkomen. Een essentieel nieuw aspect is dat wanneer een deel van de lening eenmaal als excessief is belast als inkomen uit aanmerkelijk belang (box 2), de drempel van €500.000 in de daaropvolgende jaren met datzelfde belaste bedrag wordt verhoogd, om dubbele heffing te voorkomen en een eenmalige afrekening te garanderen.
Net als voorheen blijven leningen voor de financiering van de eigen woning onder specifieke voorwaarden buiten beschouwing. Hierbij is een cruciaal onderscheid dat eigenwoningschulden die zijn ontstaan na 31 december 2022, een hypothecair recht ten behoeve van de eigen vennootschap vereisen om van de uitzondering gebruik te maken. Voor eigenwoningschulden die zijn aangegaan op of vóór 31 december 2022 is een dergelijk hypothecair recht niet verplicht om buiten de maatregel te vallen. Ter illustratie: als een DGA op 31 december 2025 een totale lening van €1.000.000 bij de BV heeft, waarvan €250.000 een eigenwoningschuld betreft die aan de voorwaarden voldoet, dan is het belastbare bedrag voor excessief lenen €250.000 (€1.000.000 min de €250.000 eigenwoningschuld = €750.000, waarvan €750.000 min de €500.000 drempel = €250.000 belastbaar).
Excessieve leningen worden fiscaal behandeld als een fictief regulier voordeel en belast in box 2 van de inkomstenbelasting. Dit betekent dat het bedrag dat de drempel van €500.000 (per 31 december 2024) overschrijdt, wordt gezien als inkomen uit aanmerkelijk belang en hierover jaarlijks belasting moet worden betaald, alsof het een dividenduitkering is. Hierbij tellen niet alleen de leningen van de directeur-grootaandeelhouder (DGA) zelf mee, maar ook die van diens fiscale partner en bloed- en aanverwanten in de rechte lijn; de drempel van €500.000 wordt echter niet verdubbeld bij een fiscaal partner. Een belangrijke uitzondering blijft de lening voor de eigen woning, mits deze voldoet aan de gestelde voorwaarden, zoals het vestigen van een hypothecair recht ten gunste van de BV voor leningen die na 31 december 2022 zijn aangegaan. Het is cruciaal om te begrijpen dat deze fiscale heffing op excessief lenen 2025 een puur fiscale maatregel is: de schuld aan de BV blijft civielrechtelijk bestaan en wordt niet verminderd door deze belastingheffing, wat gevolgen kan hebben voor bijvoorbeeld de vermogenspositie in box 3. Om dubbele heffing te voorkomen, wordt de drempel van €500.000 in daaropvolgende jaren verhoogd met het bedrag dat eerder als excessief is belast.
Excessief lenen 2025 heeft diverse financiële en fiscale gevolgen voor zowel de DGA als de BV. Voor de DGA betekent het bedrag dat de grens van €500.000 overschrijdt, een directe fiscale heffing in box 2 van de inkomstenbelasting, alsof het een dividenduitkering betreft. Dit kan leiden tot aanzienlijk hogere belastingaanslagen en in sommige gevallen zelfs boetes, vooral wanneer er onzakelijk wordt gehandeld of niet aan de gestelde regels voldaan wordt. De DGA moet de overtollige schuld vaak aflossen, wat kan door eigen middelen in te zetten of door een dividenduitkering te doen, waarbij ook weer belasting verschuldigd is. Bovendien kunnen persoonlijke levensgebeurtenissen, zoals een huwelijk of het overlijden van de DGA, specifieke en complexe fiscale gevolgen hebben voor de lening.
Voor de BV zelf wordt het uitlenen van excessieve bedragen aan de DGA gezien als een slechte investering, omdat het bedrijfskapitaal vastzit tegen een mogelijk lage rente. De BV kan dit geld mogelijk rendabeler investeren in de eigen bedrijfsvoering, of uitlenen aan externe partijen tegen hogere tarieven, wat de financiële gezondheid en liquiditeit van de vennootschap kan aantasten. Daarnaast kunnen banken bij het verstrekken van externe financiering aan de BV eisen dat de DGA privé meetekent, wat de persoonlijke financiële risico’s voor de DGA vergroot bij eventuele problemen van de BV.
De meest directe en effectieve manier om boetes en fiscale nadelen door excessief lenen 2025 te voorkomen, is door uw bestaande leningen bij de BV tijdig te herstructureren. Dit kan allereerst door de lening geheel of gedeeltelijk af te lossen tot onder de drempel van €500.000. Veel leningen, inclusief de meeste zakelijke leningen, staan boetevrij extra aflossen toe, maar controleer dit altijd zorgvuldig. Als een boete voor vervroegd aflossen van toepassing is, moet deze lager zijn dan de fiscale besparing die u realiseert door de box 2 heffing te vermijden. Een andere cruciale strategie is het, indien mogelijk, omzetten van de lening naar een eigenwoningschuld, mits deze voldoet aan de voorwaarden, zoals het vestigen van een hypothecair recht voor leningen aangegaan na 31 december 2022. Daarnaast kunt u overwegen de lening te herfinancieren, wat kan resulteren in een lagere rente of verminderde maandlasten, waardoor u meer financiële ruimte krijgt om de BV-schuld te verlagen. Proactief handelen vóór de peildatum van 31 december 2024 vermijdt niet alleen onnodige belastingheffingen en mogelijke boetes, maar verbetert ook de financiële positie van uzelf en uw BV.
Voor een diepgaand inzicht in de excessief lenen 2025-regelgeving kunt u diverse officiële documenten en bronnen raadplegen. De kern van de aanpassingen vindt u in het Belastingplan 2025 en de bijbehorende wetsvoorstellen, zoals de Wet excessief lenen, die openbaar zijn via de website van de Tweede Kamer als Kamerstukken. De planningsbrief Financiën 2025 geeft hierbij een overzicht van de bredere beleidsvoornemens en wetsvoorstellen. Voor de praktische toepassing en actuele standpunten van de Belastingdienst zijn publicaties zoals het Handboek Loonheffingen 2025 en de verschillende edities van de Nieuwsbrief Loonheffingen 2025 belangrijke bronnen, aangevuld met de rekenvoorschriften voor geautomatiseerde loonadministratie 2025. Daarnaast bieden artikelen zoals ‘Prinsjesdag 2024: wat verandert er in 2025?’ en whitepapers over het Belastingplan 2025 vaak een helder overzicht van de fiscale veranderingen die DGA’s aangaan, en helpen zo de exacte drempels en fiscale behandeling van leningen uit de eigen BV te begrijpen.
De verschillende instanties interpreteren de regels over excessief lenen in 2025 primair vanuit de doelstelling van de Wet excessief lenen. De Nederlandse overheid, als wetgever, heeft de drempel verlaagd naar €500.000 (per peildatum 31 december 2024) met de duidelijke intentie om het minder aantrekkelijk te maken voor directeur-grootaandeelhouders (DGA’s) om grote bedragen uit hun eigen BV te lenen. Deze maatregel heeft een verwachte preventieve werking: DGA’s worden gestimuleerd hun schulden onder dit maximumbedrag te houden om onnodige belastingheffingen te voorkomen. De Belastingdienst, als uitvoerende instantie, interpreteert deze regels strikt en richt zich op de feitelijke handhaving ervan. Zij verstrekken gedetailleerde uitleg in documenten zoals het Handboek Loonheffingen over welke schulden worden opgeteld, de uitzonderingen (zoals de eigenwoningschuld met hypothecair recht na 31 december 2022) en de mechanismen om dubbele heffing te voorkomen, zoals de verhoging van de drempel in volgende jaren met reeds belaste bedragen. Tot slot interpreteren financiële adviseurs en accountants de regels om DGA’s proactief te adviseren over herstructurering van leningen en het voldoen aan de nieuwe wetgeving, wat essentieel is om fiscale nadelen te vermijden.
Voor de Belastingdienst is excessief lenen 2025 het fenomeen waarbij de som van leningen van een directeur-grootaandeelhouder (DGA) en diens fiscale partner bij de eigen BV per 31 december van een kalenderjaar de drempel van €500.000 overschrijdt. Wanneer de lening van de ondernemerseigen BV boven dit bedrag valt, wordt het surplus door de Belastingdienst behandeld als een fictief regulier voordeel en belast in box 2 van de inkomstenbelasting. Een specifieke nuance in deze definitie is dat niet alleen de leningen van de DGA en partner meetellen, maar ook leningen die de BV heeft verstrekt aan bloed- en aanverwanten in de rechte lijn, zoals een lening van BV aan zoon, worden meegerekend in het totale bedrag van de schuld.
In 2025 wordt een lening als excessief beschouwd wanneer de totale som van schulden van een directeur-grootaandeelhouder (DGA) en diens fiscale partner aan de eigen BV, per peildatum 31 december 2024, meer dan €500.000 bedraagt. Dit drempelbedrag geldt voor alle leningen samen, waarbij ook leningen aan bloed- en aanverwanten in de rechte lijn, zoals een lening van BV aan zoon, meetellen voor de totale schuld. De uitzondering hierop zijn leningen die dienen voor de financiering van de eigen woning, mits deze voldoen aan de gestelde voorwaarden zoals het vestigen van een hypothecair recht voor na 31 december 2022 aangegane leningen. Het bedrag van de lening dat boven deze €500.000 uitkomt, vormt het excessieve deel dat onder de regels van excessief lenen 2025 valt.
Bij overtreding van de regels rondom excessief lenen 2025 kunnen naast de standaard box 2 heffing ook specifieke fiscale sancties volgen, voornamelijk in de vorm van boetes van de Belastingdienst. Deze boetes komen bovenop de belasting die verschuldigd is over het excessieve deel van de lening. Wanneer de Belastingdienst vaststelt dat sprake is van opzet of grove schuld bij het niet correct naleven van de regels, kan een vergrijpboete worden opgelegd.
Deze vergrijpboetes kunnen aanzienlijk zijn; in gevallen van opzet of grove schuld kunnen ze oplopen tot 300 procent van het te weinig betaalde belastingbedrag. Het is belangrijk om te weten dat dergelijke geldboetes, eenmaal opgelegd door de Belastingdienst, niet aftrekbaar zijn van de winst. Bovendien, in situaties van ernstig misbruik of fraude, worden deze boetes niet kwijtgescholden en blijft de betalingsverplichting volledig bestaan, wat de financiële druk op de DGA verder kan verhogen.
Om uw leningen aan te passen en te voldoen aan de nieuwe regels rondom excessief lenen 2025, kunt u kijken naar verschillende concrete wijzigingen, vaak in overleg met uw kredietverstrekker of financiële adviseur. Een directe aanpak is het benutten van de mogelijkheid om andere leningen, zoals een persoonlijke lening, vroegtijdig en vaak boetevrij af te lossen. Door dit te doen, creëert u financiële ruimte die u kunt gebruiken om de schuld bij uw eigen BV te verlagen tot onder de drempel van €500.000. Daarnaast kunt u de maandbedragen en kredietbedragen van bestaande leningen laten aanpassen, bijvoorbeeld door de looptijd te verlengen, wat uw maandlasten kan verlagen en zo meer middelen vrijmaakt voor de aanpak van de BV-schuld. Het is verstandig om te controleren of een aanpassing van een lening passend is bij uw actuele inkomen en vaste lasten.
In 2025 zijn de mogelijkheden voor meer lenen en de daarbij horende beperkingen sterk afhankelijk van zowel het type lening als uw persoonlijke of zakelijke financiële situatie. Voor consumenten kan de leencapaciteit voor een hypotheeklening toenemen, doordat gedaalde rentes in sommige gevallen wel 20.000 euro meer leenruimte mogelijk maken bij eenzelfde inkomenssituatie, en startende woningkopers profiteren van hogere leenmogelijkheden met Nationale Hypotheek Garantie. Echter, huishoudens met een inkomen vanaf €55.000 zien hun maximale leenruimte volgens de Nibud normen in 2025 juist licht dalen vergeleken met 2024. Voor ondernemers en DGA’s bieden externe partijen volop zakelijke financieringskansen, met non-bancaire financiers die flexibele oplossingen bieden voor kapitaal aantrekken en bedrijfsgroei, en gunstige rentepercentages maken het aantrekkelijk om bestaande zakelijke financiering te herfinancieren tegen betere voorwaarden. De belangrijkste beperking voor DGA’s blijft de Wet excessief lenen, die het lenen van de eigen BV boven de €500.000 onaantrekkelijk maakt door belastingheffing in box 2. Algemeen gelden stijgende rentevoeten in kredietverlening als een uitdaging voor de betaalbaarheid van krediet, en actieve telefoonabonnementen met een BKR-registratie kunnen de maximale hypotheek verlagen.
In 2025 ondergaan de rentetarieven voor persoonlijke leningen voor ondernemers geen specifieke wetswijzigingen die direct de hoogte van de rente bepalen, in tegenstelling tot de aanpassingen rondom excessief lenen 2025. De rente op een persoonlijke lening staat doorgaans vast gedurende de gehele looptijd, wat zorgt voor voorspelbaarheid in maandlasten. Ondernemers die externe financiering zoeken voor privédoeleinden of om hun schulden bij de eigen BV te verlagen, kunnen rekenen op actuele rentetarieven die afhankelijk zijn van het leenbedrag en de looptijd: een persoonlijke lening van €25.000 kan bijvoorbeeld een rentepercentage hebben van 6,4% (bij 60 maanden) of 6,7% (bij 120 maanden). Voor een lening van €15.000 wordt vaak 7,99% (bij 60 maanden) gehanteerd en voor €5.000 circa 11,99% (eveneens bij 60 maanden). Hoewel er geen veranderingen zijn in de regelgeving omtrent deze rentes specifiek voor ondernemers, biedt een persoonlijke lening een concrete mogelijkheid om financiële ruimte te creëren, bijvoorbeeld door deze af te sluiten om zo de impact van de nieuwe drempel van excessief lenen 2025 te verminderen.
In 2024 konden huiseigenaren extra geld lenen voor verduurzaming van hun woning, vaak door middel van hun hypotheek of een persoonlijke lening, waarbij de voorwaarden en de hoogte van het leenbedrag sterk afhingen van het energielabel van de woning. De regeling voor extra lenen voor verduurzamen is in 2024 verhoogd; zo konden woningkopers met een woning met een laag energielabel (E, F of G) tot €20.000 extra lenen bovenop hun maximale hypotheek. Voor woningen met energielabel C of D was dit €15.000 extra, en voor energielabel A, B tot en met A+++ €10.000, terwijl voor A++++ geen extra leencapaciteit beschikbaar was.
Deze extra leenruimte kon worden aangevraagd via een Verduurzamingshypotheek, waarvan de voorwaarden per 10 januari 2024 werden verruimd en het maximale leenbedrag steeg van €25.000 naar €65.000. Een belangrijke voorwaarde hierbij was dat de investering in verduurzaming binnen enkele jaren moest plaatsvinden en de extra lening doorgaans in een bouwdepot werd geplaatst. Als alternatief bood een persoonlijke lening voor verduurzaming meer flexibiliteit, omdat er geen beperkende voorwaarden golden voor de besteding van het geleende geld, in tegenstelling tot de strikte regels van bijvoorbeeld de Energiebespaarlening of Duurzaamheidslening, die bovendien per gemeente konden verschillen en waarvan het jaarbudget op kon zijn.
Lening.nl is uw betrouwbare partner voor leenadvies en vergelijkingen in 2025 omdat wij volledig onafhankelijk opereren en onder toezicht staan van de Autoriteit Financiële Markten (AFM), voorzien van een Wft-vergunning. Deze stevige basis garandeert dat u bij ons een objectief en uitgebreid overzicht vindt van kredietverstrekkers, waarbij de leningen met de meest actuele en laagste rentetarieven bovenaan staan. Onze gecertificeerde specialisten bieden deskundige begeleiding, essentieel voor ondernemers die hun financiële situatie willen stroomlijnen, vooral met het oog op de complexe regels van excessief lenen 2025. Bovendien zorgen wij voor transparantie door maandlasten en totale kosten duidelijk te presenteren, en bieden veel van onze partners de cruciale flexibiliteit van kosteloos vervroegd aflossen, wat doorslaggevend kan zijn bij het herstructureren van leningen.