De Memorie van Toelichting bij de Wet Excessief Lenen bij Eigen Vennootschap is een fundamenteel document dat de achtergrond en de precieze werking van deze Nederlandse fiscale wetgeving toelicht. De wet, van kracht sinds 1 januari 2023, is ingevoerd om het bovenmatig lenen van geld uit eigen vennootschap te ontmoedigen en zo belastinguitstel te voorkomen. Hier leest u wat de wet precies inhoudt, zoals de drempel van 500.000 euro voor leningen (waarbij schulden van een partner van houder van aanmerkelijk belang meetellen, met uitzondering van eigenwoningschulden). We behandelen verder de invoering, de regels, fiscale gevolgen, recente wijzigingen en hoe u eraan kunt voldoen, inclusief veelgestelde vragen en advies.
De wet excessief lenen memorie van toelichting is het essentiële parlementaire document dat de achtergrond, de noodzaak en de precieze werking van de Wet excessief lenen bij eigen vennootschap diepgaand uitlegt. Het biedt gedetailleerd inzicht in waarom de wet is ingevoerd – om bovenmatig lenen van geld uit eigen vennootschap te ontmoedigen en zo belastinguitstel te voorkomen. De memorie van toelichting verduidelijkt de drempel van 500.000 euro, waarboven leningen als excessief worden gezien en het ‘fictief regulier voordeel’ belast kan worden als inkomen uit aanmerkelijk belang. Hierbij wordt ook specifiek uitgelegd welke schulden meetellen, zoals die van een partner van houder van aanmerkelijk belang, en welke uitzonderingen er zijn, zoals eigenwoningschulden, om dubbele heffing en onbedoelde belastinggevolgen te voorkomen. Dit document is dan ook onmisbaar voor het correct begrijpen van de fiscale gevolgen en de naleving van deze belangrijke wetgeving.
De Wet excessief lenen bij eigen vennootschap is ingevoerd om belastinguitstel en -afstel tegen te gaan dat ontstond wanneer aanmerkelijkbelanghouders bovenmatig leenden van hun eigen vennootschap zonder daar direct belasting over te betalen. Voor de invoering konden directeuren-grootaandeelhouders (DGA’s) en andere aanmerkelijkbelanghouders namelijk grote sommen geld uit hun eigen BV opnemen als lening, waardoor de belastingheffing over dit kapitaal werd uitgesteld. De overheid zag dit als een ongewenste vorm van belastingplanning, waarbij privévermogen werd opgebouwd via de BV zonder dat er box 2 belasting over werd afgerekend. De wet, waarvan de beginselen uitvoerig zijn toegelicht in de wet excessief lenen memorie van toelichting, beoogt dit te veranderen door het excessieve deel van dergelijke leningen jaarlijks, per 31 december, te belasten als een fictief regulier voordeel in box 2 van de inkomstenbelasting. Aanvankelijk lag de drempel voor wat als excessief werd beschouwd op €700.000 vanaf 1 januari 2023, maar als onderdeel van het Belastingplan 2024 is deze drempel per 1 januari 2024 verlaagd naar €500.000. Dit zorgt ervoor dat leningen boven deze grens niet langer kunnen dienen als een middel om belastingheffing uit te stellen, waardoor de wet een gelijk speelveld creëert en een robuustere fiscale structuur waarborgt.
De Wet excessief lenen stelt regels om te voorkomen dat aanmerkelijkbelanghouders, oftewel aandeelhouders met minimaal 5% aandelenbelang, te veel geld lenen van hun eigen vennootschap zonder daar direct belasting over te betalen. Vanaf 1 januari 2023 gold een drempel van €700.000. Echter, per 1 januari 2024 is deze drempel verlaagd naar €500.000. Leningen boven deze grens worden als ‘excessief’ beschouwd. Bij de berekening van dit totale leenbedrag telt niet alleen de schuld van de aandeelhouder zelf mee, maar ook die van de partner. Daarnaast worden indirecte schulden en leningen van meerdere gelieerde rechtspersonen opgeteld. Zelfs een banklening waarvoor de vennootschap garant staat en die noodzakelijk was om de lening aan te gaan, kan meetellen. Er zijn belangrijke uitzonderingen: schulden voor de eigen woning vallen buiten de regeling, net als leningen aan broers, zussen, neven of nichten. Het bedrag dat boven de vastgestelde drempel uitkomt, wordt jaarlijks op 31 december belast als een fictief regulier voordeel in Box 2 van de inkomstenbelasting. Dit mechanisme is bedoeld om belastinguitstel en -afstel tegen te gaan en voorkomt tegelijkertijd economische dubbele belastingheffing bij een latere dividenduitkering of aandelenvervreemding, zoals uitvoerig toegelicht in de wet excessief lenen memorie van toelichting.
Bij de Wet excessief lenen tellen leningen van verbonden personen mee in de totale schuldenlast van de aanmerkelijkbelanghouder, boven de drempel van €500.000. Concreet betekent dit dat niet alleen de schulden van de aanmerkelijkbelanghouder zelf worden meegenomen, maar ook die van de fiscale partner en zelfs bloed- en aanverwanten in de rechte lijn, zoals een zoon of dochter. Een lening die de BV verstrekt aan bijvoorbeeld de zoon van de DGA, wordt dus ook meegenomen in de berekening of er sprake is van excessief lenen. Deze gezamenlijke schuld wordt jaarlijks op 31 december getoetst en het bovenmatige deel wordt belast als een fictief regulier voordeel in Box 2 van de inkomstenbelasting, zoals uitvoerig beschreven in de wet excessief lenen memorie van toelichting. Een belangrijke uitzondering blijft de eigenwoningschuld, die niet meetelt voor deze regeling. Om inzicht te krijgen in uw specifieke situatie, kunt u eventueel een online Wet excessief lenen calculator raadplegen.
De belangrijkste fiscale consequentie van de Wet excessief lenen is dat het deel van een lening van de eigen vennootschap dat boven de vastgestelde drempel uitkomt, jaarlijks op 31 december wordt belast. Dit excessieve deel wordt aangemerkt als een fictief regulier voordeel in Box 2 van de inkomstenbelasting, wat betekent dat het wordt behandeld als inkomen uit aanmerkelijk belang. Voor 2024 is deze drempel vastgesteld op €500.000. Het is cruciaal om te begrijpen dat deze belastingheffing de daadwerkelijke schuld aan de vennootschap civielrechtelijk niet vermindert de oorspronkelijke lening, inclusief rente- en aflossingsverplichtingen, blijft volledig bestaan.
Om te voorkomen dat u over hetzelfde bedrag meerdere keren belasting betaalt, wordt het maximumbedrag aan schulden dat zonder heffing mag bestaan, verhoogd met het reeds belaste fictief regulier voordeel, om zo dubbele heffing op hetzelfde bedrag te voorkomen. De maatregel heeft geen directe fiscale gevolgen voor andere belastingsoorten, zoals de vennootschapsbelasting of dividendbelasting, maar is uitsluitend gericht op het inkomen uit aanmerkelijk belang in Box 2. Een belangrijke uitzondering hierop is de eigenwoningschuld, die niet meetelt bij de bepaling van het excessieve deel, zoals uitvoerig toegelicht in de wet excessief lenen memorie van toelichting. Dit fiscale mechanisme is ingevoerd om belastinguitstel en -afstel tegen te gaan en zorgt tegelijkertijd voor een mechanisme dat economische dubbele belastingheffing bij een latere dividenduitkering of aandelenvervreemding voorkomt.
Bij de wet excessief lenen memorie van toelichting horen verschillende documenten en parlementaire stukken die samen het wetgevingsproces van een nieuwe wet compleet maken. De memorie van toelichting is altijd gekoppeld aan het wetsvoorstel zelf, dat de voorgestelde wettekst bevat zoals de regering die aan het parlement aanbiedt. De memorie van toelichting fungeert als een gedetailleerde uitleg van dat wetsvoorstel, waarin de achtergrond, de noodzaak en de verwachte effecten – zoals de fiscale gevolgen van de Wet excessief lenen – uitgebreid worden toegelicht.
Tijdens de parlementaire behandeling in zowel de Tweede als de Eerste Kamer worden diverse andere parlementaire documenten gegenereerd. Deze vallen vaak onder de algemene term ‘Kamerstukken’ en omvatten onder meer verslagen van commissievergaderingen, amendementen (voorstellen om het wetsvoorstel te wijzigen), nota’s van wijziging, en de uiteindelijke plenaire verslagen van debatten en stemrondes. Ook Kamervragen die parlementsleden indienen over de voorgestelde wet en moties (verzoeken of uitspraken van het parlement aan de regering) die tijdens de discussie worden ingediend, zijn belangrijke onderdelen die een compleet beeld geven van de totstandkoming en interpretatie van de Wet excessief lenen.
Om te voldoen aan de Wet excessief lenen bij eigen vennootschap is het essentieel om de totale som van uw leningen, inclusief die van uw fiscale partner, onder de drempel van €500.000 te houden. U voldoet aan de wet door actief uw schuldpositie bij uw eigen vennootschap te bewaken en waar nodig bij te sturen. Dit betekent dat u op 31 december van elk jaar, het peilmoment, uw gezamenlijke schulden zorgvuldig moet beoordelen. Indien uw schulden de grens overschrijden, kunt u deze verminderen door aflossingen te doen of een dividenduitkering te overwegen die direct wordt verrekend met de lening.
Het is van belang om alle civielrechtelijke schuldverhoudingen en verplichtingen te inventariseren en te begrijpen welke leningen meetellen en welke uitzonderingen er zijn, zoals de eigenwoningschuld die buiten de regeling valt en leningen aan broers, zussen, neven of nichten. Ook is het cruciaal om te weten dat bepaalde bankleningen met een garantstelling van de vennootschap kunnen meetellen als deze garantstelling noodzakelijk was voor het verkrijgen van de lening. Voor een correcte interpretatie en naleving van deze regels, die uitvoerig zijn toegelicht in de wet excessief lenen memorie van toelichting, is het raadzaam tijdig fiscaal advies in te winnen om ongewenste fiscale gevolgen te voorkomen.
De meest recente en belangrijke wijziging in de Wet excessief lenen is de aanpassing van de drempel voor excessief lenen. Oorspronkelijk was deze grens vastgesteld op €700.000 vanaf de invoering op 1 januari 2023, maar als onderdeel van het Belastingplan 2024 is dit bedrag per 1 januari 2024 verlaagd naar €500.000. Deze verlaging, waarbij het Ministerie van Financiën een wetswijziging publiceerde op 26 december 2023, zorgt ervoor dat aanmerkelijkbelanghouders sneller met de wet in aanraking komen en eerder actie moeten ondernemen om hun schuldpositie aan te passen.
Een andere relevante update betreft de totstandkoming van de wet zelf, aangezien de invoering van de wet excessief lenen werd uitgesteld van 1 januari 2022 naar 1 januari 2023 vanwege de coronacrisis. Bovendien is het beleid van de Belastingdienst aangescherpt, wat heeft geleid tot een intensievere controle op excessieve leningen in de afgelopen jaren. Ook zijn er regelmatig updates en aanpassingen in publicaties en toelichtingen, zoals te zien is aan de herziene publicatiedata van artikelen over de wet, bijvoorbeeld op 20 maart 2024, wat de voortdurende aandacht en verfijning van deze regelgeving benadrukt. Voor een volledig begrip van de achtergrond en noodzaak van deze wijzigingen blijft de wet excessief lenen memorie van toelichting onverminderd van belang.
Volgens de wet excessief lenen memorie van toelichting betekent ‘excessief lenen’ precies dat de totale som van de schulden van een aanmerkelijkbelanghouder, diens fiscale partner en bepaalde bloed- en aanverwanten aan de eigen private vennootschap (zoals een BV) de vastgestelde drempel van €500.000 overschrijdt. Deze grens, ingegaan op 1 januari 2024, is bepalend voor de vraag of een lening als bovenmatig wordt aangemerkt. De memorie van toelichting verduidelijkt dat hierbij de leningen voor de eigen woning zijn uitgezonderd. Het deel van de lening dat boven deze drempel uitkomt, wordt jaarlijks op 31 december als een ‘fictief regulier voordeel’ belast in Box 2 van de inkomstenbelasting, met als primair doel belastinguitstel en -afstel tegen te gaan.
De primaire verantwoordelijkheid voor de naleving van de Wet excessief lenen bij eigen vennootschap ligt bij de aanmerkelijkbelanghouder zelf en de vennootschap. Dit betekent dat belastingplichtigen, zoals directeuren-grootaandeelhouders (DGA’s), actief hun leningen bij de eigen BV moeten bewaken om te voldoen aan de gestelde drempels en regels. De wet excessief lenen memorie van toelichting onderstreept deze verplichting en legt uit dat de wetgever de verantwoordelijkheid voor naleving bij de aanmerkelijkbelanghouder heeft neergelegd. De Belastingdienst is de overheidsinstantie die toeziet op deze naleving en de handhaving van de wet uitvoert.
De lening bij de eigen vennootschap wordt op twee cruciale manieren getoetst: ten eerste op zakelijkheid en ten tweede aan de drempel van de Wet excessief lenen. De Belastingdienst beoordeelt of de geldlening tussen de aanmerkelijkbelanghouder en de eigen BV is afgesloten onder voorwaarden die een onafhankelijke derde partij, zoals een bank, ook zou hanteren. Dit betekent dat er een schriftelijke leningsovereenkomst met zakelijke voorwaarden moet zijn, inclusief een reële rente, een duidelijk aflossingsschema en eventuele zekerheden, zoals vermeld in de wet excessief lenen memorie van toelichting. Daarnaast wordt jaarlijks op 31 december de totale nominale waarde van de leningen getoetst. Hierbij tellen niet alleen de schulden van de aanmerkelijkbelanghouder zelf mee, maar ook die van de fiscale partner en indirecte schulden, waarbij de eigenwoningschuld als belangrijke uitzondering buiten beschouwing blijft. Dit gezamenlijke bedrag mag de grens van €500.000 niet overschrijden om belastingheffing in Box 2 te voorkomen.
Bij overtreding van de Wet excessief lenen bij eigen vennootschap zijn er verschillende mogelijke sancties, waarbij de Belastingdienst de handhaving uitvoert. In de eerste plaats leidt het aanhouden van een bovenmatige lening tot een belastingheffing in Box 2 over het deel dat de drempel van €500.000 overschrijdt, als een fictief regulier voordeel. Dit is de directe fiscale consequentie, zoals uitvoerig beschreven in de wet excessief lenen memorie van toelichting. Daarnaast kunnen, bij opzet of grove schuld, zoals het bewust ontwijken van belasting door het verstrekken van onjuiste of onvolledige informatie, zwaardere straffen volgen. Handhavingsorganisaties in Nederland kunnen bij wetsovertredingen ook boetes en zelfs gevangenisstraffen opleggen, afhankelijk van de ernst van het delict, omdat dergelijke gedragingen gezien kunnen worden als een economisch delict. Een overtreding kan tevens leiden tot reputatieschade en hoge juridische kosten voor de aanmerkelijkbelanghouder.
Bij Lening.nl staat ons team van experts klaar om u te voorzien van deskundig advies op maat over de complexe Wet excessief lenen bij eigen vennootschap. Wij helpen aanmerkelijkbelanghouders proactief hun schuldpositie te beheren om onverwachte fiscale afrekeningen in Box 2 te voorkomen, zoals gedetailleerd toegelicht in de wet excessief lenen memorie van toelichting. Onze aanpak omvat het zorgvuldig inventariseren van alle relevante civielrechtelijke schuldverhoudingen en verplichtingen – inclusief die van uw fiscale partner en specifieke bloed- en aanverwanten – en het correct toepassen van de actuele drempel van €500.000. Wij adviseren u over de praktische implicaties van de wet, zoals het beoordelen van uw leningen op het peilmoment van 31 december en het benutten van uitzonderingen zoals de eigenwoningschuld. Ons doel is u te ondersteunen bij het navigeren door de regelgeving, zodat u weloverwogen financiële beslissingen kunt nemen die aansluiten bij uw ondernemingsstrategie en persoonlijke situatie.