Een intercompany lening tussen verbonden entiteiten, zoals concernvennootschappen of een BV en DGA, dient te voldoen aan strikte juridische, fiscale en praktische richtlijnen. Deze gids belicht de noodzaak van een schriftelijke vastlegging met zakelijke voorwaarden voor onder meer het leenbedrag, rente en aflossingsschema, om fiscale complicaties te voorkomen en uw bewijspositie tegen de Belastingdienst te versterken.
Een intercompany lening is een financiële overeenkomst waarbij een entiteit binnen een concern, zoals een moeder- aan dochtermaatschappij of een BV aan haar DGA, geld uitleent aan een andere verbonden entiteit. Zakelijkheid, oftewel het arm’s length principe, is noodzakelijk omdat de Belastingdienst eist dat de voorwaarden van zo’n lening tot stand komen alsof deze tussen onafhankelijke derden waren afgesproken. Dit voorkomt dat een lening tussen gelieerde vennootschappen als onzakelijk wordt beoordeeld, wat kan resulteren in fiscale correcties, zoals het niet accepteren van renteaftrek of de herkwalificatie van de lening, met mogelijke naheffingen tot gevolg. Om de lening ‘zakelijk’ te laten zijn, moet deze, net als een lening tussen een BV en ondernemer, voldoen aan concrete voorwaarden voor zakelijke leningen, waaronder een marktconforme rente, een heldere looptijd, en een aflossingsschema, alles vastgelegd in een schriftelijke leningsovereenkomst. Deze zorgvuldige documentatie versterkt uw bewijspositie bij controle door de Belastingdienst.
Om een intercompany lening correct vast te stellen volgens de zakelijkheidstoets, moet deze volledig voldoen aan het arm’s length principe, wat inhoudt dat de voorwaarden identiek zouden moeten zijn aan die welke onafhankelijke derden met elkaar zouden overeenkomen. Dit vereist allereerst een schriftelijke leningsovereenkomst waarin de zakelijke voorwaarden gedetailleerd zijn vastgelegd. Deze omvatten een marktconforme rente, een duidelijke looptijd, en een concreet aflossingsschema met vermelding van het aantal en de bedragen van de termijnen. Daarbij dient de debiteur zekerheden te stellen voor aflossing die vergelijkbaar zijn met wat een onafhankelijke partij zou eisen. Het nalaten hiervan leidt ertoe dat de verstrekkende vennootschap een debiteurenrisico aanvaardt dat een onafhankelijke derde niet zou accepteren, waardoor de lening als onzakelijk kan worden gekwalificeerd door de Belastingdienst.
De primaire fiscale gevolgen en risico’s verbonden aan een intercompany lening vloeien voort uit de noodzaak om strikt vast te houden aan het arm’s length principe. Indien niet aan de zakelijke voorwaarden wordt voldaan, kan de Belastingdienst de lening herkwalificeren, wat leidt tot ongewenste fiscale correcties. Zo kan de renteaftrek geweigerd worden, en mocht de lening oninbaar blijken en het debiteurenrisico onder onzakelijke voorwaarden zijn aanvaard, dan is een afwaardering van de lening ten laste van de winst niet toegestaan, waardoor het aftrekverlies op de lening niet wordt geaccepteerd. Dit brengt tevens het risico met zich mee op financiële sancties door de Belastingdienst, inclusief naheffingen en boetes. Een ander belangrijk fiscaal risico komt voort uit de Wet excessief lenen bij eigen vennootschap, die van toepassing is op leningen van de eigen BV aan de DGA en diens partner gezamenlijk, waarbij het bedrag boven een bepaalde drempel als fictief regulier voordeel in box 2 kan worden belast, met uitzondering van leningen voor de eigen woning. Hierbij vallen ook leningen binnen de familiekring (kinderen, ouders, grootouders, inclusief partners) onder deze specifieke regeling.
Een formele leningsovereenkomst is cruciaal bij een intercompany lening omdat het juridische bescherming biedt voor beide partijen en essentieel is voor het voorkomen van misverstanden en geschillen. Door afspraken schriftelijk vast te leggen, zoals leenbedrag, rentepercentage, leendoel, aflossingsschema en looptijd, voorkomt men onduidelijkheden die later tot conflicten kunnen leiden, wat het afdwingen van terugbetaling in een juridische procedure bemoeilijkt als afspraken onduidelijk zijn. Een goed opgestelde overeenkomst dient dan ook als toekomstig bewijs bij conflictsituaties. Bovendien is deze zorgvuldige documentatie een vitaal bewijsmiddel voor de Belastingdienst om aan te tonen dat het om een zakelijke lening gaat en geen verkapte schenking, wat helpt om ongewenste fiscale correcties en naheffingen te vermijden.
Het proces van het opstellen en documenteren van een intercompany lening start met het zorgvuldig opstellen van een formele, schriftelijke leningsovereenkomst. Deze overeenkomst moet zeer gedetailleerd de afspraken vastleggen om transparantie te waarborgen en misverstanden te voorkomen; dit omvat niet alleen het leenbedrag, het rentepercentage, de exacte looptijd en een helder aflossingsschema met vermelding van het aantal en de bedragen van de termijnen, maar ook de complete gegevens van de partijen (zoals naam, adres, en indien van toepassing, burgerservicenummer), het specifieke leendoel, de datum van totstandkoming, en de handtekeningen inclusief locatie van ondertekening. Daarnaast dient het document bepalingen te bevatten over de gevolgen van wanbetaling en eventueel een geformaliseerd pandrecht, om de zekerheden die de debiteur moet stellen te beschrijven, conform wat een onafhankelijke partij zou eisen. Cruciaal is dat de leningsovereenkomst wordt opgesteld en ondertekend vóórdat het geld daadwerkelijk wordt verstrekt, wat essentieel is voor juridische bescherming van beide partijen en als vitaal bewijsmiddel voor de Belastingdienst om de zakelijkheid van de transactie aan te tonen en fiscale correcties te vermijden. Het documentatieproces omvat tevens het verzamelen en aanleveren van alle bijbehorende bewijsstukken, die vervolgens door de kredietverstrekker of een controlerende partij worden beoordeeld en goedgekeurd alvorens de lening definitief wordt verwerkt.
Recente wet- en regelgeving en jurisprudentie beïnvloeden de fiscale behandeling en de zakelijkheidstoets van intercompany leningen aanzienlijk. De Wet excessief lenen bij eigen vennootschap, die op 1 januari 2023 in werking trad, blijft hierin een centraal punt; deze wet breidde het toepassingsgebied uit door naast directe ook indirecte schulden mee te tellen en verlaagde het grensbedrag per 31 december 2024 van €700.000 naar €500.000, waarbij ook leningen binnen de familiekring (kinderen, ouders, grootouders, inclusief partners) onder de regeling vallen. Daarnaast heeft de jurisprudentie, zoals een recente uitspraak van de rechtbank Gelderland op 3 april 2025, de beoordelingscriteria voor fiscaal (on)zakelijke leningen tussen verbonden vennootschappen verder verduidelijkt, met een expliciete nadruk op de aard van de door de debiteur gestelde zekerheden, zoals pandrecht of hypotheek. Bestuurders en aandeelhouders worden hierdoor herhaaldelijk gewezen op de noodzaak tot zorgvuldige documentatie en het naleven van zakelijke voorwaarden om fiscale complicaties te voorkomen.
Gespecialiseerd juridisch advies is sterk aan te raden bij een intercompany lening, vooral wanneer de situatie complex is, er sprake is van substantiële leenbedragen, of wanneer specifieke juridische vragen of problemen ontstaan die verder gaan dan standaard richtlijnen. Een specialistische advocaat of deskundige jurist kan dan helpen bij het opstellen van juridisch sluitende contracten en het bereiken van gewenste doelen, met name bij de behoefte aan juridisch advies voor zakelijke documenten. Deze expertise, vaak vanuit een gespecialiseerd advocatenkantoor, biedt rechtskundig advies op het snijvlak van fiscaal en ondernemingsrecht. Dit is essentieel om de strikte zakelijkheidstoets te doorstaan, de juiste en marktconforme afspraken te waarborgen, en zo ongewenste fiscale correcties en financiële sancties door de Belastingdienst te voorkomen. Bovendien versterkt tijdig juridisch advies uw bewijspositie tegen de Belastingdienst en helpt het meningsverschillen over bijvoorbeeld de duur, aflossingstermijnen en rente te vermijden, die de juridische terugvordering van terugbetaling ernstig kunnen compliceren als afspraken niet nauwkeurig zijn vastgelegd in de leningsovereenkomst. Ook bij wijzigingen in wet- en regelgeving, zoals de Wet excessief lenen bij eigen vennootschap, of bij complexe holdingstructuren, is gespecialiseerd juridisch advies onmisbaar voor inzicht en advies, en om naleving van alle relevante wetten en voorschriften te garanderen.
Een bedrijfslening, vaak aangeduid als zakelijke lening, en een intercompany lening zijn beide vormen van financiering voor zakelijke doeleinden, maar verschillen significant in de betrokken partijen en de bijbehorende fiscale en juridische aandachtspunten.
Overeenkomsten:
Verschillen:
Een B2B lening (business-to-business lening) is een financiële overeenkomst waarbij de ene onderneming geld uitleent aan een andere, onafhankelijke onderneming, en onderscheidt zich daarmee van een intercompany lening die specifiek tussen verbonden entiteiten plaatsvindt. De praktische aandachtspunten omvatten het zorgvuldig in kaart brengen van het benodigd leningbedrag, het doel en de looptijd, alsook een kritische beoordeling of de lening nodig, verantwoord en groeibevorderend is. Voor een succesvolle B2B lening moet de geldverstrekker overtuigd zijn van de capaciteit van de ondernemer om betalingsverplichtingen na te komen. Compliance vereist een goed opgestelde leningovereenkomst die niet alleen alle zakelijke voorwaarden zoals rente, aflossing en looptijd gedetailleerd vastlegt, maar ook de gevolgen van niet-naleving van aflossing. Het is cruciaal dat de voorwaarden duidelijk zijn, alle gegevens kloppen, en bijkomende kosten zoals notariskosten en overdrachtsbelasting gecontroleerd worden, om het risico op niet-terugbetaling te verminderen en juridische geschillen te voorkomen.
De zakelijke rente voor een intercompany lening, die essentieel is om fiscale correcties te voorkomen, bepaal je door het ‘arm’s length principe’ toe te passen. Dit betekent dat de overeengekomen rente moet corresponderen met wat onafhankelijke derden zouden afspreken onder vergelijkbare omstandigheden, waarbij geen rekening wordt gehouden met de verbondenheid tussen de partijen. De hoogte van de zakelijke rente in een lening bestaat doorgaans uit drie componenten: een basisrente (marktrente), risicokosten die het debiteurenrisico dekken, en een marge voor de verstrekker. Factoren die de rente beïnvloeden, zijn het financiële risicoprofiel en de financiële gezondheid van de onderneming die leent, de marktomstandigheden, en de looptijd van de lening. Om fiscale naheffingen en het niet accepteren van renteaftrek te voorkomen, is het cruciaal dat de rente van de intercompany lening een zakelijk karakter heeft en dat de voorwaarden gedetailleerd schriftelijk zijn vastgelegd.
Lening.nl, via haar platform Zakelijkelening.com, helpt ondernemers efficiënt bij het vergelijken en aanvragen van zakelijke leningen, die een essentieel alternatief of een benchmark kunnen vormen voor intercompany financiering. Ons platform stelt gebruikers in staat om snel en eenvoudig alle beschikbare zakelijke financieringen te vergelijken op basis van leenbedrag, looptijd, rentepercentage, maandlasten en totale kosten, en direct de meest geschikte lening af te sluiten. Lening.nl is een 100% onafhankelijke kredietbemiddelaar met een Wft-vergunning die onder toezicht staat van de Autoriteit Financiële Markten (AFM), wat de betrouwbaarheid van de vergelijkingsservice waarborgt en u helpt bij het vinden van een lening die het beste bij uw specifieke bedrijfssituatie past. Bovendien faciliteert Lening.nl het volledig online ontvangen en ondertekenen van offertes, waardoor u binnen korte tijd een passende financieringsoplossing kunt regelen, inclusief diverse opties voor business leningen.
De belangrijkste voorwaarden voor een zakelijke intercompany lening omvatten een reeks afspraken die de transactie het karakter geven van een overeenkomst tussen onafhankelijke partijen. Een schriftelijke leningsovereenkomst is hierbij essentieel en moet gedetailleerd de volgende elementen vastleggen: het exacte leenbedrag en het doel van de lening. Verder zijn een marktconforme rente, een duidelijke looptijd, en een concreet aflossingsschema met vermelding van het aantal en de bedragen van de termijnen onmisbaar. Ook dienen er reële zekerheden te worden gesteld voor aflossing, vergelijkbaar met wat een externe geldverstrekker zou eisen, en moeten afspraken over de gevolgen van niet-naleving van aflossing zijn opgenomen. Het ontbreken van voldoende zakelijke voorwaarden kan leiden tot fiscale complicaties, zoals de herkwalificatie van de lening tot een onzakelijke situatie, of zelfs tot een schenking met schenkbelasting.
Fiscale naheffingen bij een intercompany lening worden primair voorkomen door de lening te allen tijde, en cruciaal is op het moment van geldverstrekking, strikt volgens het ‘arm’s length principe’ in te richten. Dit betekent dat alle voorwaarden, zoals een marktconforme rente, een heldere looptijd en de te stellen zekerheden, identiek moeten zijn aan wat onafhankelijke derden zouden overeenkomen. Een gedetailleerde, voorafgaand aan de geldverstrekking opgestelde schriftelijke leningsovereenkomst is essentieel om de zakelijkheid te bewijzen en herkwalificatie door de Belastingdienst te vermijden. Specifiek voor leningen van de eigen vennootschap aan de DGA en diens partner is het van belang om het gezamenlijke uitstaande leenbedrag te allen tijde onder de wettelijke drempel te houden, ter voorkoming van een fictief regulier voordeel in box 2 conform de Wet excessief lenen bij eigen vennootschap.
Voor een geldige intercompany lening is de schriftelijke leningsovereenkomst het meest essentiële document. Deze overeenkomst moet gedetailleerd alle zakelijke voorwaarden vastleggen, alsof de transactie tussen onafhankelijke derden plaatsvond, om herkwalificatie door de Belastingdienst te voorkomen. Essentiële onderdelen die hierin moeten worden opgenomen zijn het exacte leenbedrag, een marktconforme rente, de duidelijke looptijd, en een concreet aflossingsschema. Daarnaast dient het document de complete gegevens van de betrokken partijen, het specifieke leendoel, de datum van totstandkoming, en de handtekeningen van zowel de ondernemer als de geldverstrekker te bevatten. Het is cruciaal dat deze leningsovereenkomst wordt opgesteld en ondertekend vóórdat het geld daadwerkelijk wordt verstrekt, aangezien dit dient als vitaal bewijsmiddel voor de zakelijkheid van de transactie en de juridische bescherming van beide partijen.
Het niet naleven van de zakelijkheidstoets bij een intercompany lening brengt diverse ernstige gevolgen met zich mee. Primair leidt dit tot omvangrijke fiscale nadelen, waaronder boetes ten gevolge van niet-naleving van regelgeving en een directe negatieve impact op de rendabiliteit van de onderneming. Daarnaast zijn er significante juridische gevolgen: de afspraken zijn minder afdwingbaar, wat kan leiden tot complexe geschillen en, in extreme gevallen, de aansprakelijkheid van de DGA. Tot slot is er een aanzienlijk risico op reputatieschade, aangezien het falen van de zakelijkheidstoets het vertrouwen van stakeholders en de geloofwaardigheid van het concern kan schaden.