Een kredietcrisis is een ernstige financiële verstoring, zoals die van 2008. Deze wereldwijde crisis begon door problemen op de Amerikaanse hypotheekmarkt. U leert hier over de oorzaken, de gevolgen en de ontwikkelingen van zo’n crisis.
Een kredietcrisis betekent dat banken en andere financiële instellingen plotseling minder geld uitlenen. Dit ontstaat door een tekort aan krediet op de financiële markten. U kunt dan moeilijker flash krediet aanvragen. Vaak leidt ruimere kredietverlening vooraf tot overkreditering en bubbelvorming. Ook beleggen mensen dan te veel met geleend geld.
De crisis van 2008, bijvoorbeeld, begon met de val van de Lehman Brothers bank. Dit veroorzaakte wereldwijd paniek en dalende aandelenkoersen. Centrale banken verlaagden toen agressief de rente om in te grijpen. Het vertrouwen in het financiële systeem herstelde pas langzaam. Wereldwijde schuldeniveaus zijn decennia later nog steeds hoger dan voorheen.
De kredietcrisis ontstond door te ruime kredietverlening en onverstandig gebruik van geleend geld. Grote financiële instellingen raakten hierdoor instabiel. Dit leidde tot een wereldwijde neergang.
Ruimere kredietverlening, vooral voor de kredietcrisis van 2008, veroorzaakte overkreditering en bubbelvorming in de financiële sector. Banken leenden te makkelijk geld uit, vaak tegen lage rentetarieven. Hierdoor ontstonden overwaardering en onrealistische prijsstijgingen, vooral op de huizenmarkt. Alan Greenspan’s beleid stimuleerde in de VS al zeepbellen tussen 1987 en 2006. Deze bubbels, gevoed door steeds meer krediet, mondden uit in de wereldwijde financiële crisis van 2008.
Beleggen met geleend geld, zeker voor niet-productieve doeleinden, brengt grote risico’s met zich mee. U moet geleend geld altijd terugbetalen, ongeacht de beleggingsresultaten. Als uw investering minder waard wordt, zit u met financiële problemen. Krediet voor productieve investeringen, zoals in bedrijven, creëert juist nieuwe waarde en werkgelegenheid. Onproductieve schulden, zoals voor consumptie, verminderen middelen voor echte groei. Dit kan de economie schaden en uw schuld verhogen zonder extra inkomen.
De insolventie van belangrijke internationale bedrijven en systeembanken kan een kredietcrisis veroorzaken. Veel Europese grootbanken waren in 2023 en 2024 technisch insolvent. Denk hierbij aan namen zoals Deutsche Bank en PNB Paris; die staan er financieel slecht voor. Deze banken gelden vaak als “too big to fail”. Een faillissement van zo’n systeembank veroorzaakt ernstige schade aan de economie. Dit kan een domino-effect teweegbrengen. Zo zou het omvallen van Credit Suisse de Deutsche Bank en andere Europese banken kunnen treffen.
De kredietcrisis veroorzaakte een langdurige economische recessie. Ook beschadigde de crisis het vertrouwen in het financiële systeem. Banken werden hierdoor veel voorzichtiger met kredietverlening.
Een economische recessie betekent negatieve groei van het Bruto Binnenlands Product (BBP) voor minimaal twee opeenvolgende kwartalen. De kredietcrisis veroorzaakte zo’n langdurige economische terugval. Deze trof Nederland zwaar vanaf 2008. Minder bestedingen van consumenten en moeilijker winst maken voor bedrijven waren het gevolg. Veel bedrijven gingen hierdoor failliet. Dit resulteerde in hogere werkloosheid en dalende inkomens. Een langdurige recessie kan ook leiden tot een financieringstekort bij de overheid.
Dalende aandelenkoersen en paniekverkopen versterken elkaar tijdens een kredietcrisis. Beleggers raken dan vaak angstig en verkopen massaal hun effecten. Deze paniekverkopen duwen de koersen nog verder omlaag. De koersen van aandelen kelderden bijvoorbeeld fors in 2008. U verkoopt vaak op een dieptepunt, wat leidt tot een daadwerkelijk verlies van uw vermogen. Soms veroorzaken paniekverkopen een daling van wel 25 procent of meer op de beurs.
De kredietcrisis heeft het vertrouwen in het financiële systeem ernstig beschadigd. Veel mensen verloren hun geloof in banken en de stabiliteit van het systeem. Particulieren in het bankenstelsel ervaren nog steeds afnemend vertrouwen, zelfs in de komende jaren. Dit verlies van vertrouwen maakt het huidige schuldsysteem erg kwetsbaar. Een verdere erosie vergroot de kans op een volledige ineenstorting. Het moment van totaal verlies van vertrouwen en een abrupte neergang heet een Minsky-moment. Dit kan uiteindelijk leiden tot een herziening van het geldsysteem.
De kredietcrisis begon in 2007 met problemen op de Amerikaanse hypotheekmarkt. Grote bankfaillissementen verspreidden de schok daarna wereldwijd. Centrale banken reageerden met agressieve renteverlagingen en de introductie van nulrente.
De kredietcrisis begon in 2007 met de Amerikaanse hypotheekmarkt. Deze problemen escaleerden snel tot een globale kredietcrisis in 2008. Al gauw verspreidde de schok zich naar Europese en Nederlandse banken. Dit ontketende de eerste Europese crisis vanaf 2008. Wereldwijd nam het vertrouwen in het financiële systeem sterk af.
Centrale banken, zoals de ECB en FED, verlaagden agressief de officiële rentevoeten om lenen en investeringen te stimuleren. Ook startten zij programma’s van kwantitatieve geldverruiming. Dit hield in dat ze effecten van banken opkochten, waardoor banken weer liquiditeit kregen om leningen uit te schrijven. Enorme kapitaalinjecties, bekend als bail-outs en bail-ins, waren noodzakelijk om een implosie van het financiële systeem te voorkomen. De totale omvang van deze reddingsoperaties na de kredietcrisis in 2008 wordt geschat op tientallen biljoenen dollars. Uiteindelijk betaalden burgers en overheden de rekening, vaak via hogere staatsschuld en inflatie.
De kredietcrisis van 2008 dwong centrale banken tot een nulrentepolitiek. Dit beleid ontwikkelde zich later zelfs naar negatieve rentes. Deze aanpak is in feite een aanval op uw spaargeld. Het draait de eeuwenlange traditie van kapitaalaangroei om naar afbraak. Negatieve rentes ontmoedigen sparen en vergemakkelijken het aangaan van schulden. Ook blijven hierdoor ‘zombiebedrijven’ onnodig overeind. Dit stimuleert verkeerde investeringen en leidt tot hogere schuldniveaus.
Om de kredietcrisis te bestrijden, namen overheden en centrale banken stevige maatregelen. Zij stabiliseerden het financiële systeem en stimuleerden economisch herstel met diverse strategieën.
Bail-outs en bail-ins zijn financiële reddingsoperaties voor banken tijdens een crisis. Bij een bail-out injecteert de overheid belastinggeld om een bank te redden. Dit was gebruikelijk tijdens de kredietcrisis van 2008. Sinds 2016 verbieden nieuwe EU-regels echter redding met publieke middelen. Een bail-in betekent dat de bank zichzelf redt. Dan dragen spaarders, beleggers en aandeelhouders de financiële last. Banken kunnen bijvoorbeeld spaartegoeden boven €100.000 omzetten in aandelen of ontoegankelijk maken.
De kredietcrisis van 2008 veranderde de kredietverlening van grootbanken aan MKB-ondernemers flink. Na de crisis kregen kleinere MKB-ondernemers het lastiger om leningen te verkrijgen. Banken werden terughoudender en stelden strengere criteria, deels door nieuwe regelgeving zoals Basel. Kleinere MKB-leningen kosten banken vaak te veel tijd voor de opbrengst. Het aandeel van banken in leningen tot €1 miljoen nam tussen 2022 en 2024 zelfs met 14 tot 16 procent af. Hierdoor financiert een meerderheid van de MKB-ondernemers in Nederland niet meer bij traditionele banken.
De kredietcrisis veroorzaakte diepgaande monetaire en geopolitieke veranderingen wereldwijd. Geopolitiek heeft sindsdien een grotere impact dan het monetaire beleid van centrale banken, vooral vanaf 2024. Het wereldwijde monetaire systeem verschuift naar een multipolaire configuratie, met aparte oosterse en westerse systemen. Deze transitie vraagt om een betrouwbaar, politiek neutraal monetair netwerk. Ongecoördineerd handelen kan leiden tot financiële instabiliteit en conflicten.
De kredietcrisis van 2008 heeft de economie en banken blijvend veranderd. U merkt de impact nog steeds in hogere schuldniveaus en een veranderde kredietcyclus.
De kredietcrisis leidde tot een wereldwijde toename van schulden. Decennia na 2008 zijn deze schuldniveaus zelfs verder gestegen. Dit veroorzaakt meer financieel risico voor zowel bedrijven als consumenten. Hoge schulden kunnen leiden tot liquiditeitsproblemen of zelfs faillissement. Kredietverstrekkers beoordelen financieringsrisico’s nu strenger. Mensen met meerdere leningen lopen hierdoor een groter risico op overmatige schulden.
De dynamiek van de kredietcyclus is na 2008 sterk veranderd. Experts verwachten nu een nieuwe kredietcrisis. Banken creëren nieuwe leningen. Dit kan leiden tot expansieve kredietbubbels en ineenstortingen. Schuldniveaus zijn nog hoger dan voorheen. Grootbanken en overheden hebben nieuwe Europese crisissituaties opgebouwd. Het risico op een systeemcrisis neemt elk jaar toe. Een energiecrisis kan bijvoorbeeld een globale kredietcrisis veroorzaken.
U voorkomt een nieuwe kredietcrisis door lessen te trekken uit het verleden. Dit betekent strengere regels en beter toezicht op banken. Verbeterd risicomanagement en transparante kredietverlening helpen hierbij.
Na de kredietcrisis zijn de regels en het toezicht op financiële instellingen aanzienlijk aangescherpt. Overheden en internationale toezichthouders voerden strakke maatregelen in. De Wet op het financieel toezicht (Wft) reguleert bijvoorbeeld banken, verzekeraars en tussenpersonen in Nederland. Zij vereisten hogere kapitaalbuffers voor grootbanken om staatsteun te voorkomen. Ook kwam er een verbod op complexe financiële producten. Strengere regelgeving, zoals MiFID II in Europa, zorgt voor betere beleggersbescherming en efficiëntere markten.
Risicomanagement in kredietverlening betekent het identificeren, evalueren en beheersen van financiële risico’s. Kredietverstrekkers brengen alle bedrijfsrisico’s in kaart. Ze gebruiken strategieën zoals beheersen, overdragen, vermijden of accepteren van risico’s. Transparantie hierin is belangrijk; vaak gebeurt dit via digitale risicoregisters of dashboards. Zonder deze aanpak vinden kredietverstrekkers een aanvraag met een negatieve BKR-codering vaak een te groot risico. Zo bouwt men aan een stabieler financieel systeem en voorkomt men kredietcrisissen.
De kredietcrisis van 2008 begon met de Amerikaanse hypotheekcrisis en ruimere kredietverlening. Banken leenden te gemakkelijk geld uit. Dit veroorzaakte overkreditering en bubbelvorming. Veel mensen belegden met geleend geld. Dit krediet werd vaak niet-productief ingezet. Insolvente internationale bedrijven en systeembanken veroorzaakten uiteindelijk een wereldwijde financiële crisis. Denk aan Deutsche Bank als een voorbeeld van zo’n systeembank.
Vanaf 2008 raakte de kredietcrisis Nederland hard. De economie belandde in een recessie. Paniekverkopen zorgden voor een scherpe daling van de AEX-index. Huishoudens zagen hun schuld aanzienlijk toenemen. Ook het vertrouwen in onze financiële instellingen daalde sterk. Banken werden veel minder scheutig met kredietverstrekking, vooral richting MKB-ondernemers. Dit zorgde voor een huizenmarkt in malaise en groeiende staatsschuld. Veel experts zien de financiële crisis in Nederland nog steeds als onopgelost.
Bail-outs zijn financiële reddingsoperaties door de overheid, terwijl bail-ins inhouden dat de bank zijn eigen schuldeisers en spaarders laat meebetalen aan het herstel. Na de kredietcrisis van 2008 gaven overheden enorme kapitaalinjecties om banken te redden. Deze reddingen gebeurden vaak met belastinggeld. Vanaf 2016 verbiedt de Europese Unie dit type bail-outs. Het bail-in mechanisme is nu ingebouwd in de wetgeving. Dit betekent dat spaarders en andere schuldeisers de kosten van een wankelende bank dragen. Uw spaargeld boven €100.000 kan bijvoorbeeld worden aangesproken bij een crisis. Toch verwachten experts dat ’too big to fail’ banken in Europa mogelijk alsnog staatssteun krijgen bij zware stress.
De kredietcrisis van 2008 is helaas nog niet volledig opgelost. Veel experts zien de financiële crisis in Nederland nog als onafgerond. Om het financiële systeem in stand te houden, zijn de schulden exponentieel toegenomen. Meer dan tien jaar na 2008 namen de schulden wereldwijd zelfs steeds verder toe. Een echte oplossing ontbreekt, ondanks deze enorme schuldenberg.
Ja, een nieuwe kredietcrisis is zeker mogelijk. Veel experts verwachten zelfs dat zo’n crisis onvermijdelijk is, mede door groeiende wereldwijde schulden. U heeft vast de recente val van de Silicon Valley Bank en Credit Suisse gezien. Deze gebeurtenissen wijzen op een financiële crisis. Die is mogelijk al begonnen, of staat op komst. Negatieve reële rentes dragen bij aan dit risico. Een escalerende energiecrisis en hogere rentevoeten kunnen ook leiden tot een snelle schuldenimplosie. De globale kredietmarkt beweegt hierdoor richting zo’n nieuwe crisis.
InterBank is een bekende kredietverstrekker in Nederland. U kunt bij hen terecht voor persoonlijke leningen en doorlopende kredieten. Zij werken vaak samen met financiële adviseurs, zoals A-Krediet, om leningen aan te bieden. Zo helpen ze consumenten de juiste lening te vinden die bij hun situatie past. InterBank draagt bij aan de Nederlandse kredietmarkt door via partners geld te verstrekken.
Krediet Groep Nederland (KGN) is een kredietpartner die u helpt met persoonlijke leningen en het oversluiten van kredieten. Deze organisatie maakt deel uit van de Financieel Fit Groep. KGN biedt kredieten op maat aan, bijvoorbeeld voor een nieuwe auto of woningverbouwing. Ze staan bekend om hun scherpe rentes en snelle afhandeling van aanvragen.
Meer details over Krediet Groep Nederland vindt u op hun website. U krijgt van KGN transparante voorwaarden en een helder overzicht van de totale kosten. Ze helpen u de lening te vinden die perfect bij uw persoonlijke situatie past. U kunt bovendien online berekenen wat uw maximaal verantwoorde leenbedrag is. KGN werkt onder toezicht van de AFM en heeft vergunningsnummer 12016592.
Flash Krediet is een kleine, kortlopende lening. U ontvangt deze snel en betaalt binnen enkele weken terug. U leent vaak maximaal enkele honderden euro’s. Het geld staat meestal binnen 24 uur op uw rekening. Dit type lening is anders. Een IB Krediet betreft vaak grotere bedragen.
Aanbieders doen meestal geen BKR-check. De looptijd is kort, vaak tussen de 15 en 45 dagen. Let op de hoge rente en administratiekosten. De wettelijke maximale rente is 10 procent. Gebruik een flash krediet alleen voor onverwachte, tijdelijke noodgevallen. Het is onverstandig bij structurele geldproblemen.